De familie Corbee ging op vakantie naar de Canarische eilanden. Ze kwamen er nooit aan. Het was 1977 en ik was 10. Het jeugdjournaal bestond nog niet, dus ik kreeg er niet veel van mee. Behalve dat hun vliegtuig was verongelukt. En het verhaal van de overbuurjongen, dat diepe indruk maakte: Dikkie had hem een deel van zijn speelgoed gegeven, 'voor het geval hij niet terugkwam'.
Als kind wist ik het zeker: Dikkie had een speciale gave; hij kon de toekomst voorspellen. Nu denk ik eerder dat het angst was. Vliegangst, waarschijnlijk toen nog veel algemener dan nu. De angst voor het onbekende. Over het algemeen een slechte raadgever, maar soms ineens rauw realisme.
Het is vreemd hoe het gaat met herinneringen. Ik was zondag bij mijn moeder, die vertelde dat ze ook aan de familie Corbee moest denken. Dikkie had nog twee zusjes, zei ze. Ik wist dat niet, terwijl één zusje van mijn leeftijd was. Ik vertelde het verhaal van het speelgoed, dat was nieuw voor haar.
Pas nu, surfend over het internet, leer ik iets meer over Dikkie. Zijn opa - Dicky van der Werf - was voorzitter van de Stichting Sneker Pan en penningmeester van de Sneker Zeilclub. Zelf ben ik geboren op een zeilschool op een steenworp afstand van Sneek. Ik hou van wind, water, zeilen en skûtsjes. Daarom ter late nagedachtenis aan Dikkie hier een verstilde foto van het Snekermeer. Opdat hij - net als de huidige slachtoffers - niet vergeten wordt.