dinsdag 4 oktober 2011

Fietsfilosofie (7)

Hoe eerder je vertrekt,
hoe minder je hoeft in te halen.

dinsdag 22 maart 2011

Het persoonlijke is politiek

Dit is de titel van de weblog van zus Margreet. Het is bovendien de laatste weken in Utrecht een actueel onderwerp. En wel naar aanleiding van een enquête van het AD/UN onder Utrechtse gemeenteraadsleden naar wat je zou kunnen samenvatten als hun (ons) ‘milieugedrag’.
Ik ben het zeer eens met de stelling dat je als politicus niet het een moet uitdragen en dan zelf honderd procent het tegenovergestelde doen. Bijvoorbeeld ageren tegen de graaicultuur en nog geen jaar later een baan aannemen waarin je vette bonussen opstrijkt. Dat zou ik in elk geval niet kunnen. En ik vind dat als dit gebeurt, je iemand best om uitleg mag vragen: “Hoe kan het nu dat je het een roept en vervolgens het ander doet?”
Zo mag je van mensen die het politieke besluit nemen om de stad duurzamer te maken, ook verwachten dat zij daaraan zelf hun steentje bijdragen. Toch heeft de meerderheid van de raadsleden, waaronder de fractie van GroenLinks, besloten niet op de enquête van AD/UN in te gaan. Dat lijkt op het eerste gezicht vreemd. AD/UN kopt zelfs ‘ongeloofwaardig’. Maar ook voor een politicus zijn er wat mij betreft grenzen aan wat hij of zij openbaar moet ‘verantwoorden’. De grenzen van de privacy. En die lopen door de enquête van AD/UN wel degelijk het risico te worden overschreden.
Ik hou van duidelijke uitgangspunten, maar heb een hekel aan dogma’s. Dat betekent meteen dat je constant bezig bent keuzes te maken. Zo heb ik een uitgangspunt dat luidt ‘ik vlieg niet in Europa’. Dus nam ik toen we in 2009 met het Utrechts reiskoor UTS naar Ohrid (Macedonië) gingen, de trein. Ik was geloof ik 36 uur onderweg. Dat vind ik niet erg, want de reis is wat mij betreft onderdeel van de vakantie. Maar als ik in Ohrid een telefoontje had gekregen dat mijn vriend met spoed in het ziekenhuis was opgenomen, weet ik zeker dat ik een taxi naar het dichtstbijzijnde vliegveld had genomen en de eerste vlucht naar huis had geboekt.
“Logisch”, zul je misschien zeggen. En waarschijnlijk zal ook niemand daar ‘moeilijk’ over doen, zelfs een journalist van het AD/UN niet. Maar de vraag waar het hier om draait, is of ik een dergelijke keuze publiek moet verantwoorden. Want stel dat dit vorig jaar écht gebeurd was. Dan had op mijn enquête een vliegreis geprijkt. Of als ik een zieke moeder in bijvoorbeeld Armenië had gehad, misschien wel drie. Dat had ik dan zo kunnen laten (wat wellicht tot de conclusie zou hebben geleid dat GroenLinksers wel willen dat iedereen duurzaam is, maar zelf er lustig op los vliegen) of moeten gaan uitleggen (waarbij ik zaken die behoorlijk privé zijn, ineens publiek moet maken). En dan vraagt de enquête van AD/UN niet eens alleen naar mijn eigen gedrag of verbruik, maar ook nog eens naar dat van mijn huisgenoten (man, vrouw, kinderen, kamerbewoners of met wie ik ook maar onder één dak leef). Vinden we echt dat de Utrechtse krantenlezer (of kiezer zo u wilt) recht heeft om te weten dat mijn vrouw smetvrees heeft, waardoor zij veel water gebruikt, of mijn man chronische gewrichtspijn, waardoor hij én veel thuis is én altijd de kachel aan heeft staan? Dat gaat mij net iets te ver.
Dit alles neemt niet weg dat ik graag wil vertellen over de uitgangspunten die ik heb en de keuzes die ik maak. Dus als vrienden, collega’s, buurtgenoten, (andere) kiezers of journalisten daar iets over willen weten, bel of mail gerust. Maar dat is heel wat anders dan conclusies laten trekken op grond van een hand vol cijfers. Of me gedwongen voelen ter verklaring van die cijfers, persoonlijke dingen openbaar te maken die ik liever privé houd. Dat heeft niets te maken met ongeloofwaardigheid, maar alles met privacy – waar zelfs politici naar mijn mening in enige mate recht op hebben.

zaterdag 19 februari 2011

Vogelen

"Wat loopt daar nou in het weiland?"
"Wacht, even stoppen, een buizerd? Hij is wel erg rossig"
"Is het dan een rode wouw?""
"Hij heeft wel van die veren bij z'n poten..."
"Maar een wouw zou toch groter moeten zijn..."
"Joh, ga toch eens vliegen!
"Dat loopt daar maar te scharrelen in het weiland, het lijkt wel een kip!"
"Daarom dacht ik een wouw, die eten toch insecten?"
"Oeps! Nou verdwijnt ie in een greppel!
"O, daar is tie weer. Hij bewoog z'n vleugel. Had ie een witte band?"
"Hij had wel wit, maar 't ging zo vlug..."
"Kijk, die vage borstband staat in m'n boekje, toch een buizerd. Maar waarom vliegt ie niet?"

Even later komt een groepje vogels overvliegen. Het weekend ervoor hadden we geelgorzen gezien die - qua formatievliegen - deden of ze spreeuwen waren...

"Zijn dat die toneelspelende geelgorzen weer?"
"'t zijn in elk geval geen spreeuwen"
"Wacht, kijk, de kip vliegt!
"Ja, zie je, 't is toch een buizerd!"

Een paar kilometer verderop horen we bij fort iets fluiten in de boom.

"Wat is dat?!"
"ha, ha, ha, ha, ha"
"Hoezo ha ha, wat is 't?!"
"Geen idee, maar 't klinkt als kievit, kievit! Nou moeten ze toch echt ophouden. Vorige week geelgorzen die deden of ze spreeuwen waren, vanochtend een grote bonte specht die nog moest leren timmeren, net een buizerd die deed of ie een kip was en nu weer een vogel in de boom die doet of ie een kievit is!"
"Ha, ha, ha, ha! Wat is 't volgende? Een ooievaar die doet of ie een specht is en met z'n snavel tegen een boom gaat roffelen?!"
"Hi, hi, hi, Wij van GroenLinks vinden dat de toneelsubsidie voor vogels moet worden afgeschaft!"
"Ha, ha, misschien kun je een motie indienen!"