maandag 28 september 2009

“Waste is basically stupid”

Vanmiddag was er een politiek filmcafé van de milieuwerkgroep van GroenLinks Utrecht over Cradle to Cradle en Transition Towns. Cradle to Cradle (C2C) blijkt vooral aan te slaan bij het bedrijfsleven. Het concept kun je samenvatten in een aantal kreten als ‘afval = voedsel’ en ‘triple topline’. Dit laatste betekent dat ontwerp en productie meerwaarde moeten opleveren voor economie, milieu en op sociaal gebied. Idee is dat je niets weggooit, maar dat je bij het ontwerp van een product, dienst, gebouw, etc al rekening houdt met wat je ermee gaat doen als het is ‘opgebruikt’. Zo worden er C2C bureaustoelen en auto’s ontworpen die makkelijk uit elkaar te halen zijn (wat als voordeel heeft dat ook het in elkaar zetten makkelijker is) en waarvan je alle onderdelen dan weer opnieuw of anders kunt gebruiken. Het moet dan gaan om ‘recyclen’ of liefst ‘upcyclen’, je moet er hetzelfde of iets beters van maken. Terwijl wat wij nu ‘recyclen’ noemen, vaak ‘downcyclen’ is: je smelt plastic afval om tot trottoirpaaltjes maar daarna kun je er niets meer mee.
Volgens deskundige Jeroen Hovens is voor Utrecht vooral de ontwerpfilosofie interessant. Bij de inrichting van Rijnenburg is het bijvoorbeeld de bedoeling de huizen C2C te bouwen. Dat betekent niet alleen dat ze energie opleveren, maar ook dat materialen kunnen worden hergebruikt. Roland Perenboom van het Milieucentrum merkte op dat in de plannen de term ‘cradle to cradle’ inmiddels niet meer voorkomt. Dit kan ermee te maken hebben dat het een officieel concept is, waarvoor je moet betalen en dat vervolgens aan controle onderhevig is. Dus toch weer commercie. En dat is toch jammer als je veel mensen en bedrijven hiervoor enthousiast wil maken. Maar je kunt natuurlijk wel de filosofie overnemen zonder expliciet de term te gebruiken.

Naast het commerciële jasje, vond ik zelf een mogelijk gevaar dat C2C als rechtvaardiging gebruikt gaat worden om polders vol te bouwen en bossen te kappen. Want ‘we doen het toch op een manier die een plus oplevert voor het milieu'. In het filmpje was een pleitbezorger van de gemeente Venlo te zien die op een kaart heel enthousiast vertelde welk gebied er dan helemaal C2C zou worden ingericht. Daarna luchtbeelden van dat gebied met vooral heel veel bos en bomen. Toegegeven: beter een C2C bedrijventerrein of woonwijk dan een conventionele, maar de afweging ‘willen wij hier eigenlijk wel bouwen’ moet wat mij betreft altijd eerst gemaakt blijven worden…

Lokale zelfvoorziening
Persoonlijk vond ik het verhaal over Transition Towns (TT) een stuk inspirerender. Minder commercie en meer van onderop. Reden voor dit uit Engeland overgewaaide fenomeen is de ‘peak oil’: olie raakt op, is binnenkort over haar hoogtepunt heen. Dan wordt het aanbod kleiner, schieten de prijzen omhoog en komen we in de problemen. We moeten dus minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen en nu al beginnen de omslag te maken.

Centraal in Transition Towns staat zelfvoorziening, zowel van gebouwen als je straat, je wijk en uiteindeiljk je stad. Het idee komt voort uit de ‘permacultuur’ en het is dan ook niet verwonderlijk dat voedselvoorziening vaak een van de zaken is die als eerste worden opgepakt: collectieve moestuinen waar je als straat of wijk je eigen voedsel kunt verbouwen. Maar het gaat bijvoorbeeld ook over energie (besparen en opwekken) en over gaan werken waar je woont. Het is een positief, toekomstgericht verhaal en je kunt er in je eigen wijk mee aan de slag.

In Nederland lopen al zestig initiatieven. In Utrecht zijn groepen bezig in Leidsche Rijn en Voordorp. Volgens Rianne van de Veen van de groep in Leidsche Rijn is een belangrijk verschil meet C2C dat TT er juist vanuit gaat dat energie schaars is. Je moet dus niet alleen andere energie gaan gebruiken (zon, wind) maar ook minder. C2C gaat erg uit van ‘energie in overvloed’, die nodig is om alles te recyclen en te produceren.

Het verhaal over TT vond ik dusdanig interessant dat ik het Transitie Handboek heb gekocht van Rob Hopkins (Nederlandse vertaling) met de ondertitel ‘Van olie-afhankelijkheid naar lokale veerkracht’. Kijk, dat klinkt al goed. Maar ook mijn energie is eindig, dus ik ben bang dat ik er voorlopig niet toe kom in mijn eigen wijk een TT-initiatief van de grond te trekken…

zaterdag 26 september 2009

Energie

Als van de zeven dagen in de week er zes gevuld zijn met GroenLinks activiteiten, je daarnaast in twee koren zingt, vier dagen werkt en ook nog af en toe naar je volkstuin wilt, lijk je misschien rechtstreeks af te stevenen op een burn out. Maar één van de 'gouden tips' om uitputting te voorkomen, is 'doe dingen waar je energie van krijgt'.

Zingen en tuinieren scoren wat dat betreft goed. Maar ook het werken aan een verkiezingsprogramma blijkt ondubbelzinnig in het energieleverende rijtje thuis te horen. Want al kost het enorm veel tijd, het is een inspirerend proces. Samen met allerlei mensen van binnenen buiten GroenLinks denk je na over welke punten de komende vier jaar belangrijk zijn in de stad. Je probeert daarbij buiten de gebaande paden te treden en creatief te zijn in oplossingen voor problemen. En nieuwe, leuke dingen te bedenken.

Ik denk dat we daarin zijn geslaagd. Als na de laatste puntjes op de i het programma naar de leden van de afdeling gaat, hoop ik dat zij het met mij eens zijn. Leuk aan het programma vind ik bovendien dat we een aantal concrete dingen noemen die GroenLinks de afgelopen periode in Utrecht voor elkaar heeft gekregen. Bij het opschrijven van die successen besefte ik nog eens hoe hard er de afgelopen jaren is gewerkt en hoe belangrijk het is dat GroenLinks in Utrecht opnieuw met een groot aantal zetels in de raad en in het college komt.

Want zelfs al word je de grootste partij, vanuit de oppositie is het een stuk moeilijker zaken doen. Dat blijkt wel nu allerlei zaken waar GroenLinks voor geknokt heeft, door de nieuwe coalitie met één pennenstreek worden weggevaagd. Groen in zelfbeheer bijvoorbeeld.

Op dus naar een bruisende campagne, die hopelijk minimaal net zoveel energie oplevert als het maken van dit programma!

woensdag 16 september 2009

OV-chip op herhaling

Afgelopen maandag moest ik opnieuw naar Amsterdam en dit keer had ik van te voren bedacht dat ik de metro en dus een OV-chip nodig had. Opladen blijkt ook op het station in Utrecht te kunnen. Bij de automaat die het volgens de informatiejuffrouw zou moeten kunnen, kreeg ik het niet voor elkaar. Bij het loket (maar drie wachtenden voor me en vijf loketten open) is 't een fluitje van een cent.

En inderdaad, bij het in- en uitstappen van de metro ís het handiger dan een strippenkaart (zie reactie Margreet op blog van 8 september). Maar bij het afrekenen blijkt het ook duurder. Zelfs als je niet vergeet uit te checken. Amstel - Nieuwmarkt kost 1,07 enkele reis terwijl het daarvoor 2 strippen (96 cent) was. Toegegeven: geen representatieve steekproef. Maar het argument dat het klantvriendelijker is omdat je per kilometer betaalt, neem ik voorlopig met een korreltje zout. Dit samen met de privacyproblemen maakt mij nog steeds geen fan van de OV-chip. Natuurlijk kun je ook een anonieme kaart kopen, maar daarmee kun je straks met de trein niet met korting reizen. Dus 'dwingen' de OV-bedrijven je straks een kaart op naam te nemen, waarmee zij precies kunnen zien waar en hoeveel je reist. En dat willen zij dan weer gebruiken voor slimme marketing. Maar op ongevraagde mails, telefoontjes of reclamedrukwerk van het vervoersbedrijf (met 'aanbiedingen op maat') zit ik echt niet te wachten...

woensdag 9 september 2009

Fietsfilosofie (5)

Te veel nadenken
is slecht voor je gemiddelde

NB: wie denkt dat ik niet kan tellen: fietsfilosofie (4) staat als reactie bij fietsfilosofie (3)

dinsdag 8 september 2009

Achterop geraakt

Nou, dat was snel over! In plaats van terug in de tijd te zijn, hobbelde ik ineens achter de feiten aan. Nu was ík als het ware achterop geraakt.

Ik moest een presentatie geven aan OR-leden over het anticyclisch opleidingsplan in de bouw. Die presentatie was in een hotel aan de Provinciale weg in Amsterdam Zuid-Oost. Met de trein naar Bijlmer Arena en dan met de bus naar Gaasp. Tenminste, dat was het idee. Maar er zat nog maar één strip op mijn strippenkaart, dus ik moest een nieuwe. En bij het loket van het GVB stonden wel veertig mensen in de rij. Uiteindelijk bij de AKO gevraagd en ja, ze verkochten strippenkaarten. Maar toen ik met 46 strippen buiten kwam, reed de bus net voor m'n neus weg.

De volgende ging pas een half uur later. De metro naar Gaasperplas leek dan ook een aantrekkelijke optie. Maar de metro van onze hoofdstad kun je alleen nog in met OV-chip. En hoewel er een tekentje op m'n treinkaart zit, heb ik geen idee hoe je 'm moet opladen (de folder daarover heb ik ruim een jaar geleden uit pure recalcitrantie weggegooid). Voor achtergebleven zielen zoals ik had het GVB een mannetje bij de oplaadautomaat gezet. Maar ook een rij wachtenden van zeker dertig personen lang. Daar had ik dus geen zin in!

Dan maar lopen, dacht ik optimistisch. Toen ik eindelijk het winkelcentrum uit was, vroeg ik een oudere Surinaamse meneer of ik zo goed ging naar Gaasperplas. "Gaasperplas? Dan moet u daar omhoog en bus 41 nemen", antwoordde hij. "Is het dan nog ver lopen?", vroeg ik. Zijn ogen rolden bijna uit hun kassen. "Ja, vér lopen, vér lopen!"

Bus 41 dus maar. En het was inderdaad vér. Dat had ik niet gehaald in het half uur dat mij inmiddels nog restte. Uiteindelijk had ik bij Bijlmer Arena beter kunnen wachten op de bus naar Gaasp van een half uur later. Want die reed bij Gaasperplas weer precies voor m'n neus weg. Gelukkig scheelde dát maar één halte.

Nee, de tijd was mij ineens steeds een stapje voor. Hoewel... Toen ik terug was op Bijlmer Arena (afgezet door een collega) stond er nog steeds een enorme rij bij het GVB loket. Ongelogen minimaal dertig mensen. En een even lange rij bij de ov-chipkaarten- en oplaadautomaat. En zeg nou zelf, dat is toch óók niet meer van deze tijd!

Terug in de tijd

"Billen knijpen mag als grap", kopt de Telegraaf vandaag. Dit zou zijn bepaald door de Hoge Raad. De uitspraak zelf heb ik nog niet gelezen, maar als wat de krant meldt klopt, is dit een stap terug in de tijd. De Hoge Raad zou namelijk hebben geoordeeld dat in dit geval geen sprake was van seksuele intimidatie omdat de handeling niet in het geniep had plaatsgevonden, de dader geen seksuele bedoelingen had en het slachtoffer zelf lachend had gereageerd. Natuurlijk moet elk incident worden beoordeeld op basis van de omstandigheden. Maar als dit de argumentatie is van de Hoge Raad, stemt dit niet vrolijk. Het ging hier wel om een directeur ten opzichte van een medewerker. Er is dus sprake van machtsongelijkheid. En in dat licht wil het feit dat het slachtoffer lacht, helemaal niet zeggen dat hij (in dit geval) of zij het gebeuren echt leuk vindt. Zeker als ook nog de rest van het personeel toekijkt en iemand misschien niet 'af wil gaan' of 'flauw wil doen'. Een reactie is buitenkant, terwijl of iets seksueel intimiderend is juist heel erg onder de oppervlakte ligt...

Terug in de tijd waande ik mij ook toen ik de uitnodignig zag van de schilderswerkgevers voor hun jaarcongres. Het thema is 'duurzaamheid'. Dat klinkt op nog redelijk modern. Maar ik verslikte me spontaan in mijn thee bij de zin 'parallel loopt een indoor damesprogramma'. Kennelijk zijn alle schilderswerkgevers nog steeds per definitie man. Of zijn in elk geval hun partners, voor wie het programma is bedoeld, per definitie vrouw. En vrouwen zijn natuurlijk niet geïnteresseerd in het thema duurzaamheid, laat staan dames. Nou, ik geloof dat ik maar thuis blijf...

Ik heb 't voor de zekerheid nog even rechts onderaan op de computer gecheckt, maar het is toch echt 2009!

zaterdag 5 september 2009

Blogstress

Volgens 'kenners' moet je toch wel twee keer per week bloggen om interessant te blijven voor volgers en andere lezers. En ja, van de blogs die ik zelf volg, vind ik het ook leuk als er regelmatig iets nieuws op staat. Maar de grote vraag is: wanneer moet je dat dan schrijven?
In de baas z'n tijd heb ik toch andere dingen te doen. En sinds twee weken is het politieke reces duidelijk voorbij. Met vergaderingen van bestuur, 'politiek bestuur', milieuwerkgroep, fractie en programmacommissie (2x) is het bijna elke avond prijs. En aan het programma moet ook nog geschreven en geschaafd worden. De uurtjes die dan overblijven mag ik weer zingen (joepie) of moet ik toch echt naar de tuin om die uit hun voegen barstende courgettes te oogsten.
Het moet dus ergens tussendoor.
Het is nu tussen koorrepetitie en weekendje Zeeland. Gelukkig zijn degenen met wie wij meerijden te laat uit Almelo vertrokken, zodat er nog een paar minuten over zijn om dit te typen. Het gaat wel nergens over, maar de inhoud volgt hopelijk binnenkort weer. Nu is er in elk geval weer eens wat te lezen ;-)